eufy Robotgrasmaaier E15 + eufy Replacement Blade Set

1. Grashoogte: Houd het gras onder 9 cm.
2. Helling controleren: Zorg ervoor dat hellingen 18 graden of minder zijn; stel verboden zones in voor steilere gebieden.
3. Obstakels verwijderen: Verwijder stenen, puin en andere voorwerpen die het maaien kunnen hinderen en vul oneffenheden of gaten van tevoren op.
4. Stel zones in die niet gemaaid mogen worden:
Vermijd gebieden waarin de grasmaaier vast kan komen te zitten: Markeer gebieden waar de maaier vast kan komen te zitten, zoals leidingen op grondniveau en sproeikoppen.
Beheer stenen: Voeg lage stenen toe aan de maaibalk en zorg ervoor dat ze de messen niet hinderen.
Als je deze stappen volgt, verloopt het maaien soepel.

1. Wees voorzichtig in de buurt van randen: De maaier houdt een veilige afstand tot randen met obstakels, afvoergoten, afgronden of hoogteverschillen om ongelukken te voorkomen.
2. Het maaien langs randen optimaliseren: Om dichter langs randen te maaien, kun je de instellingen voor de detectie van gevarenzones aanpassen. Houd er rekening mee dat dit het risico kan vergroten dat de maaier op gevaren stuit.
3. Trimmen in de buurt van muren: Voor gras binnen 10 cm van muren kun je overwegen om handmatig te trimmen, omdat de maaier niet zo dichtbij kan komen vanwege veiligheidsfuncties.
4. Hoog grensgras voorbereiden: Als het gras aan de randen hoger is dan 9 cm, trim het dan tot een kortere hoogte voordat je gaat maaien voor de beste resultaten.

1. Binnen 5 meter: Zorg voor een recht pad voor het basisstation, zonder bochten.
2. Eén kaart per basisstation: Elk basisstation komt overeen met één kaart. Neem voor meerdere kaarten contact op met eufy support om extra basisstations te bestellen.
3. Installatie:
- Op harde gazons: Zet het basisstation vast met spijkers.
- Op harde ondergrond: Zet het op zijn plaats vast met lijm.
4. Breng de robot terug naar het basisstation: Druk op “Return” en vervolgens op “OK”.
Als je deze stappen volgt, ben je verzekerd van optimale prestaties en een probleemloze maaiervaring.

1. Neem niet-gazon gebieden op: Stel bepaalde gebieden buiten het gazon (zoals putdeksels) in als maaibare gebieden om een volledige dekking te garanderen.
2. Pas de maaihoogte aan: Gebruik de bladlift om de gewenste hoogte in te stellen. Laat bij hoog gras het mes geleidelijk zakken om maaiproblemen te voorkomen.
3. Stel verboden zones in: Als de maaier vast komt te zitten, toont de app de locatie in real-time. Markeer die plek als een verboden zone of verwijder het obstakel om toekomstige problemen te voorkomen.
4. Spot Mode gebruiken zonder basisstation: Je kunt gazons tot 100㎡ maaien door de maaier naar een willekeurig grasveld te verplaatsen en Spot Mode te selecteren in de app zonder dat je een basisstation nodig hebt.
Als je deze tips opvolgt, haal je de beste prestaties uit je grasmaaier.